Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Uitbreiding flexi-jobs vanaf 01.01.2018

By 27 december 2017juni 26th, 2019No Comments

Een van de maatregelen van het zomerakkoord was de uitbreiding van de mogelijkheid om een beroep te doen op het systeem van flexi-jobs naar andere sectoren dan deze van de horeca en voor gepensioneerden.

In het arrest van het Grondwettelijk Hof van 28 september 2017 heeft het Hof beslist dat de wettelijke bepalingen m.b.t. de flexi-jobs en de netto-overuren in de horecasector niet in strijd zijn met de wet. Deze beslissing van het Grondwettelijk Hof maakt de weg vrij voor de uitbreiding van het systeem van flexi-jobs tot gepensioneerden en andere sectoren vanaf 01.01.2018. Hierdoor kunnen werkgevers mensen op een fiscaal en sociaal voordelige manier laten bijverdienen.

Flexi-jobwerknemer

Een flexi-job kan enkel worden uitgevoerd onder de volgende voorwaarden:

    • De werknemer die gebruik wenst te maken van het systeem van flexi-jobs moet in het derde kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin deze de flexi-job wil uitoefenen, tewerkgesteld zijn geweest voor 4/5e van een voltijdse tewerkstelling bij één of meer andere werkgevers;
    • De flexi-job mag bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent niet gecombineerd worden met een gewone arbeidsovereenkomst voor minstens 4/5e van een voltijdse tewerkstelling;
    • De flexi-job mag niet samenvallen met een periode gedekt door  een verbrekingsvergoeding of een ontslagcompensatievergoeding ten laste van de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent;
    • De flexi-jobwerknemer mag zich niet bevinden in een opzegtermijn..

Indien de voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job niet voldaan zijn, zal de tewerkstelling beschouwd worden als een gewone tewerkstelling. In dat geval zullen de gewone arbeidsrechtelijke, parafiscale en fiscale regels van toepassing zijn. Dit is ook het geval indien na het leveren van de prestaties blijkt dat de voorwaarden niet voldaan waren.

Bijkomende sectoren

Bij de invoering van het systeem van de flexi-jobs heeft de regering ervoor gekozen om de invoering stapsgewijs te laten verlopen. Er werd destijds gekozen om te beginnen met de horecasector omdat de nood daar het hoogst zou zijn. Nu het Grondwettelijk Hof geoordeeld heeft dat er geen sprake is van discriminatie heeft de regering beslist om over te gaan tot uitbreiding tot andere sectoren. Daarbij werd doelbewust gekozen om de uitbreiding te beperken tot slechts een aantal sectoren.

De gekozen sectoren zijn de sectoren die omwille van hun activiteit vaak met fluctuerende pieken geconfronteerd worden en dus effectief nood hebben om bepaalde piekmomenten met flexibele arbeidskrachten op te vangen. Verder werd nagegaan welke sectoren arbeidsintensieve sectoren zijn. Hiermee bedoelen we sectoren (en hun werkgevers) die momenteel een grote arbeidskost hebben tegenover de return van hun activiteit.

    • PC voor de handel in voedingswaren (PC 119)
    • PC voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201)
    • PC voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202)
    • PSC voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01)
    • PC voor de grote kleinhandelshandelszaken (PC 311)
    • PC voor de warenhuizen (PC 312)
    • PC voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen (PC 314)
    • Werkgevers en werknemers die vallen onder het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en consumptiesalons bij een banketbakkerij, opgericht in de schoot van het PC voor de voedingsnijverheid, subsector voor industriële broodbakkerijen (PC 118.03)
    • PC voor de uitzendarbeid  (PC 322.00) indien de gebruiker ressorteert onder een van de bovengenoemde paritaire comités of onder het sectoraal fonds

Gepensioneerden

Het systeem van flexi-jobs zal ook uitgebreid worden tot de gepensioneerden om hen toe te laten om dit type van activiteit uit te oefenen en hiermee een hoger bijkomend netto inkomen te verwerven.

Het Pensioenkadaster zal door de RSZ geraadpleegd worden om te controleren of een persoon daadwerkelijk tot de categorie “gepensioneerde” behoort.

De voorwaarde van 4/5e  tewerkstelling in het referentiekwartaal  Q-3 is niet van toepassing indien de werknemer in het referentiekwartaal Q-2 als gepensioneerde beschouwd wordt.

Opgelet: de voorwaarde van een 4/5e tewerkstelling in referentiekwartaal Q-3 blijft dus wel van toepassing tijdens de eerste twee kwartalen van het pensioen.

Het loon dat de gepensioneerde met zijn flexi-job verkrijgt, wordt als een beroepsinkomen beschouwd. Bijgevolg moet er hiermee rekening gehouden worden om na te gaan of de gepensioneerde in kwestie de loongrenzen in het kader van de toegelaten activiteiten niet overschrijdt.

Tijdelijke leerkrachten

Een contractuele tijdelijke leerkracht levert voor de maanden juli en augustus geen prestaties en ontvangt geen loon. Zij zitten bijgevolg voor die periode niet in de DmfA. Tijdens de maanden september t.e.m juni krijgen zij hiervoor een uitgesteld loon. Wanneer zij dan drie kwartalen later, namelijk in het tweede kwartaal van het volgende jaar een flexi-job willen uitoefenen, kan dit volgens de huidige wetgeving niet omdat zij op moment Q-3 geen 4/5e tewerkstelling hebben.

Het ontwerp van programmawet voorziet dat de dagen gedekt door  een dergelijke uitgestelde bezoldiging of door de werkloosheidsuitkeringen betaald door de RVA , met gewerkte dagen gelijkgesteld worden.

Sociaal en fiscaal gunstig bijverdienen

De werkgever moet aan de flexi-jobwerknemer het flexiloon betalen dat is vastgelegd in de raamovereenkomst. Het flexiloon is een niet-baremiek loon dat in onderling overleg tussen de werkgever en de flexi-jobwerknemer vastgelegd wordt.

Het flexiloon moet minimum 9,18 € (onderhevig aan indexaanpassing, bedrag op 01.10.2017) bedragen. Daarnaast is er ook flexivakantiegeld verschuldigd op de prestaties geleverd in het kader van een flexijob. Het flexivakantiegeld bedraagt 7,76% van het flexiloon en moet samen met het flexiloon aan de flexijobwerknemer betaald worden.

Een flexijobwerknemer die het minimum ontvangt, zal dus een totale vergoeding van 9,88 € per uur ontvangen (bedrag op 01.10.2017).

Op het flexiloon en flexivakantiegeld zijn geen sociale zekerheidsbijdragen of bedrijfsvoorheffing verschuldigd door de werknemer. Voor de werknemer betekent dit dat hij het afgesproken loon netto krijgt. De werkgever is ertoe gehouden om een bijzondere bijdrage van 25% te betalen op het flexiloon en het flexivakantiegeld. De bijzondere bijdrage van 25% is een aftrekbare kost in hoofde van de werkgever.

Twee overeenkomsten

    • Raamovereenkomst 

Voorafgaandelijk aan de uitvoering van de eerste flexi-jobovereenkomst moet er een raamovereenkomst met een aantal verplichte vermeldingen afgesloten worden tussen de werkgever en de flexi-jobwerknemer. De raamovereenkomst kan gesloten worden voor bepaalde of onbepaalde duur en vormt het kader waarbinnen één of meerdere flexi-jobvereenkomsten gesloten kunnen worden.

    • Flexi-jobovereenkomst 

Nadat een raamovereenkomst werd gesloten, moet er per tewerkstelling ook een flexi-jobovereenkomst afgesloten worden tussen de werkgever en de flexi-jobwerknemer. Deze overeenkomst kan gesloten worden voor bepaalde duur, zowel mondeling als schriftelijk.

Zowel de raamovereenkomst als de flexi-jobovereenkomst moeten door de werkgever bijgehouden worden op de plaats van tewerkstelling zodat controle door de inspectiediensten mogelijk is.

Dimona FLX

De dimona-aangifte moet steeds gebeuren vooraleer de flexi-jobwerknemer het werk aanvat. De gekozen vorm van flexi-jobovereenkomst  heeft gevolgen voor de dimona-aangifte.

Indien er een schriftelijke flexi-jobovereenkomst werd afgesloten, moet er per flexi-jobovereenkomst een dimona-aangifte gebeuren. De dimona- aangifte kan niet kwartaaloverschrijdend zijn.  Als de flexi-jobovereenkomst meerdere kwartalen omvat, zal er dus per kwartaal een dimona-aangifte moeten gebeuren.

Bij een mondelinge flexi-jobovereenkomst moeten er dimona-aangiftes per dag gebeuren. Deze dag-dimona-aangiftes moeten het begin en einde van de arbeidsprestatie bevatten.

Registratie

Het begin en het einde van elke arbeidsprestatie van een flexi-jobwerknemer moet geregistreerd en bijgehouden worden via het bestaande dimona-kanaal. Deze aanwezigheidsregistratie komt bovenop de dimona-aangifte. Enkel de flexi-jobwerknemers waarvoor de werkgever reeds een dagaangifte gedaan heeft, met vermelding van begin en einde van de arbeidstijd, hoeven niet opnieuw via dimona geregistreerd te worden.

Opgelet: Deze bespreking is gebaseerd op ontwerpteksten. De uiteindelijke maatregelen kunnen dus afwijken van deze bespreking.

 

Bron: ontwerp van programmawet van 6 november 2017, Parl. St. , Kamer 2016-2017, nr. 2746/001.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.