Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Verandering op til voor de ‘kleine statuten’ vanaf 1 januari 2020

By 30 september 2019No Comments

In ons artikel ‘Arbeidsongevallen: Uitbreiding telewerk en kleine statuten’ hebben wij u reeds geïnformeerd over de uitbreiding van het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet voor de kleine statuten (leerlingen en stagiairs). Het was echter nog wachten op een KB voor verdere verduidelijking. Dit KB is deze maand in het Belgisch Staatsblad verschenen en geeft verdere toelichting over de praktische modaliteiten van de uitbreiding van de arbeidsongevallenverzekering tot de kleine statuten.

Begrip ‘kleine statuten’

Het betreft personen die betaalde arbeid verrichten in het kader van een opleiding. Denk bijvoorbeeld aan de beroepsinlevingsovereenkomsten, de individuele beroepsopleiding, het stelsel van alternerend leren en werken, ….

Er zijn zoveel kleine statuten op de arbeidsmarkt dat een overzicht thans ver zoek is. De wetgever tracht hieraan te verhelpen door een algemeen en coherent kader te schetsen. De kleine statuten dienen enerzijds te worden opgenomen in de arbeidsongevallenverzekering, anderzijds zal de ‘werkgever’ de personen moeten aangeven bij de RSZ.

Wie wordt als ‘werkgever’ aangeduid?

Doorgaans is de instantie die de opleiding organiseert, ook de werkgever (VDAB, FOREM, Actiris, …). Het KB voorziet echter ook een aantal uitzonderingen waarbij de instantie die de stagiair tewerkstelt als werkgever wordt aanzien.  Hieronder worden de meest voorkomende ‘statuten’ opgesomd waarvoor de uitzondering geldt:

  • De Brusselse (IBO), Vlaamse (IBO) en Duitstalige overeenkomsten voor individuele beroepsopleiding in de onderneming;
  • Plan Formation Insertion (PFI) in Wallonië
  • De beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) en de Vlaamse beroepsinlevingsstage
  • Formation alternée pour les demandeurs d’emploi in Wallonië

Verzekerd zijn in de arbeidsongevallenverzekering

Vanaf 1 januari 2020 zal de instantie die als werkgever gekwalificeerd wordt, de persoon in het kader van kleine statuten moeten opnemen in zijn arbeidsongevallenverzekering. Dit geldt niet enkel voor de nieuwe contracten, maar ook voor de lopende.

Er worden twee stelsels van dekking en schadeloosstelling ingevoerd, die ofwel een volledige dekking verleend ofwel een gedeeltelijke:

  1. Het stelsel F1 betreft de volledige dekking in het kader van de arbeidsongevallenwet en omvat dus m.a.w.:
  • ook de ongevallen die zich voordoen in de school of opleidingsinstelling alsmede de trajecten naar en van de school of opleidingsinstelling;
  • de kosten van geneeskundige verzorging;
  • de vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid en voor blijvende arbeidsongeschiktheid of dodelijk arbeidsongeval.
  1. Het stelsel F2 is een gedeeltelijke dekking. De arbeidsongevallenverzekeraar komt enkel tussen in:
    • de praktijkwerkzaamheden in de onderneming en de trajecten van en naar de onderneming;
    • de terugbetaling van het remgeld van de kosten van geneeskundige verzorging
    • de vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid of dodelijk arbeidsongeval.

De meeste leerlingen en stagiairs-die een vergoeding ontvangen- behoren tot de eerste categorie (F1) en zijn volledig gedekt. De overige vallen onder de tweede categorie (F2). Fedris (Federaal agentschap voor beroepsrisico’s) heeft een lijst gepubliceerd met een opgave van alle kleine statuten en tot welke categorie zij behoren.

RSZ-aangifte

Om Fedris of de verzekeraar de juiste informatie aan te leveren in het kader van de tewerkstelling in een klein statuut, zal de aangeduide werkgever ook een RSZ-aangifte moeten doen. Deze RSZ-aangifte bevat twee luiken, m.n.:

  1. Een dimona-aangifte: er zal een nieuw type gecreëerd worden, genaamd ‘STG’. De reeds bestaande specifieke dimona-types zoals TRI en IVT blijven bestaan.
  2. Een beperkte DMFA-aangifte: er moet maar een beperkt aantal gegevens meegedeeld worden zoals bijvoorbeeld, de risicoklasse voor de arbeidsongevallen, de vestigingseenheid, aantal dagen per week, het statuut (F1 of F2), ….

 

Opgelet: opleidingen die buiten enig wettelijk kader ingericht worden, zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet. Er zal dan ook geen RSZ-aangifte moeten doorgevoerd worden.

 

Bron: KB van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de ‘kleine statuten’, BS 2 september 2019.

 

 

 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.