Werkneemsters hebben recht op moederschapsrust die 15 weken bedraagt (4 extra weken bij een meerling). Deze moederschapsrust wordt opgesplitst in een prenatale fase gelijk aan zes weken waarvan 5 facultatief en 1 verplicht en een postnatale periode, die 9 facultatieve weken bedraagt.
Het prenataal verlof kan volledig of gedeeltelijk worden overgedragen tot na de negen weken postnataal verlof, op voorwaarde dat de werkneemster is blijven werken vanaf de zesde week vóór de werkelijke datum van de bevalling.
Tijdelijke werkloosheid
Tijdens de coronacrisis is gebleken dat de inactiviteitsdagen omwille van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of economische redenen gelegen in het prenataal verlof, niet steeds gelijkgesteld worden als gepresteerde dagen en als dusdanig niet kunnen overgedragen worden naar het postnataal verlof.
Hierdoor worden de vrouwen die tijdelijk werkloos zijn in het prenataal verlof benadeeld aangezien het postnataal verlof hierdoor aanzienlijk korter zal zijn in vergelijking met de vrouwen die wel konden blijven (tele)werken in de weken voor de bevalling.
Om dit pijnpunt weg te werken, is er begin mei een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 om periodes van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus COVID-19 die plaatsvinden tijdens het prenataal verlof te kunnen overdragen naar postnataal verlof.
Initieel voorstel
De indiener van het voorstel wou initieel de periodes van inactiviteit ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of tijdelijke werkloosheid economische redenen voor bedienden, te wijten aan het coronavirus, gelijkstellen met gepresteerde dagen. Het betreft dus enkel de inactiviteitsperiode van tijdelijke werkloosheid gelegen tussen 1 maart 2020 en 30 juni 2020.
De volgende artikels in de arbeidsovereenkomstenwet worden beoogd voor de gelijkstelling:
a) de periodes bedoeld bij artikel 26 (tijdelijke werkloosheid overmacht);
b) de periodes bedoeld in de artikelen 77/1 tot 77/8 (tijdelijke werkloosheid economische redenen bedienden).
Deze dagen, gelegen binnen het prenataal verlof kunnen overgedragen worden naar het postnataal verlof en verlengen dit verlof met hetzelfde aantal dagen.
Huidig voorstel
Tijdens het wetgevend proces hebben evenwel een aantal partijen de gelegenheid aangegrepen om definitief een aantal inactiviteitsperiodes gelijk te stellen met gewerkte dagen, en zich dus niet te beperken tot deze die zich enkel voordoen tijdens de COVID-19-pandemie.
Aldus wordt in het voorstel naast de bovenvermelde periodes, die niet meer beperkt worden tot enkel de tijdelijke werkloosheid ingevolge van het coronavirus van 1 maart tot 30 juni 2020, ook een gelijkstelling voorzien voor de periodes van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald in artikel 31§1 van de arbeidsovereenkomstenwet.
Moest het voorstel zoals in zijn huidige vorm, aanvaard worden, dan zal dit op financieel vlak een grote impact hebben op de werkgevers. Momenteel wordt namelijk de arbeidsongeschiktheid die zich situeert in het prenataal verlof, en waarbij de werkneemster het werk niet hervat voor de bevalling, beschouwd als prenataal moederschapsverlof. De werkneemster valt dus volledig terug op de mutualiteit voor deze 6 weken. Als de arbeidsongeschiktheid reeds langer duurde dan 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum, is de werkgever wel het gewaarborgd loon verschuldigd voor de periode die deze duurtijd overschrijdt, en conform de algemene regels inzake het gewaarborgd loon.
Als de periode van arbeidsongeschiktheid gelegen in het prenataal verlof gelijkgesteld wordt met gepresteerde dagen en dus niet meer als prenataal verlof beschouwd wordt, zullen de algemene regels betreffende het gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid terug gelden, en zal de werkgever de werkneemster moeten vergoeden voor de periode die overeenstemt met het gewaarborgd loon. Daar waar zij anders een moederschapsuitkering van de mutualiteit zou ontvangen.
Het voorstel werd in eerste lezing aangenomen in de commissie sociale zaken, werk en pensioenen.
Er wordt voorzien in een tweede lezing van dit wetsvoorstel in de commissie sociale zaken, werk en pensioenen. Daarna zal het voorstel nog besproken worden op de plenaire vergadering.
Inwerkingtreding
Het voorstel voorziet in een retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 maart 2020, en bevat geen eindtermijn meer.
Let wel, bovenstaande bespreking is gebaseerd op een wetsvoorstel en dient nog het verder wetgevende proces te doorlopen. Het is dus onder voorbehoud van eventuele wijzigingen in de definitieve wettekst en publicatie.
Bron: Wetsvoorstel van 6 mei 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 om periodes van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het COVID-19 die plaatsvinden tijdens het prenataal verlof te kunnen overdragen tot na het postnataal verlof, Parl. St. Kamer 2019-2020, nr. 1231.