In ons artikel ‘bedrijfswagens in 2020’ hebben wij u reeds wegwijs gemaakt in de regeling betreffende de bedrijfswagen en de berekening van het voordeel alle aard, zoals deze nu van toepassing is.
1.Berekeningswijze voordeel alle aard 2021
In een nieuwe FAQ heeft de fiscus de nieuwe berekeningswijze van het voordeel alle aard vanaf 2021 aangekondigd.
WLTP en NEDC
Vanaf 1 januari 2021 mogen (optioneel) de autoconstructeurs voor WLTP-wagens nog een NEDC 2.0- waarde berekenen, maar moeten ze dit niet meer doen, behalve voor nieuwe personenauto’s waarvan de gemeten NEDC CO2-waarde minder dan 50 gram CO2 per kilometer bedraagt.
Er zullen vanaf 1 januari 2021 dus nog de volgende voertuigen in omloop zijn:
- Deze die gehomologeerd zijn volgens de oude NEDC-test en waarvoor de autoconstructeur dus enkel een NEDC-waarde (‘NEDC 1.0’) heeft vermeld op het Europees gelijkvormigheidsattest;
- Deze die gehomologeerd zijn volgens de nieuwe WLTP-test en waarvoor de autoconstructeur zowel een NEDC 2.0-waarde als een WLTP-waarde heeft vermeld op het Europees gelijkvormigheidsattest;
- De voertuigen die gehomologeerd zijn volgens de nieuwe WLTP-test en waarvoor de autoconstructeur enkel een WLTP-waarde heeft vermeld op het Europees gelijkvormigheidsattest.
CO2-uitstootgehalte van het voertuig
Voor de berekening van het voordeel alle aard moet er rekening gehouden worden met de CO2-uitstootgehalte van de bedrijfswagen.
Aangezien de wetgeving niet verduidelijkt of het moet gaan om de NEDC-waarde dan wel om de WLTP-waarde, neemt de fiscus volgend standpunt in:
- Wanneer de bedrijfswagen enkel een NEDC-waarde heeft, zal enkel met de NEDC 1.0 CO2-waarde rekening gehouden worden.
- Als er enkel een WLTP-waarde is, dan moet er uitgegaan worden van de WLTP CO2-waarde van de bedrijfswagen.
- Heeft de bedrijfswagen zowel een NEDC 2.0-waarde als een WLTP-waarde, dan mag er vrij gekozen worden of er toepassing gemaakt zal worden van de NEDC 2.0 CO2-waarde of de WLTP-CO2-waarde.
Dit standpunt blijft overeind totdat de reglementering hieromtrent duidelijkheid geschept heeft.
Raadpleging CO2-uitstootgehaltes via Europees gelijkvormigheidsattest
Wanneer er twee CO2-uitstootgehaltes zijn, zal zowel de tabel (rubriek 49.1) met NEDC verbruiks- en CO2-waarden, als een tabel (rubriek 49.4) met WLTP verbruiks- en CO2-waarden vermeld zijn.
Wanneer beide CO2-uitstoot gehaltes (WLTP en NEDC 2.0) vermeld zijn, dan is het voor de werknemer interessanter om de NEDC 2.0-waarde (lager dan de WLTP-waarde) te gebruiken voor de berekening van het voordeel van alle aard vanaf 1 januari 2021.
Wanneer het Europees gelijkvormigheidsattest een CO2-uitstootgehalte (NEDC en/of WLTP) vermeldt, maar het inschrijvingsbewijs niet en de DIV over geen enkel gegeven m.b.t. dat CO2-uitstootgehalte beschikt, moet het CO2-uitstootgehalte van het betreffende voertuig voor de berekening van het voordeel van alle aard als volgt worden vastgesteld:
- indien het voertuig wordt aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor, wordt dat voertuig gelijkgesteld met een voertuig met een CO2-uitstootgehalte van 205 g/km;
- indien het voertuig wordt aangedreven door een dieselmotor, wordt dat voertuig gelijkgesteld met een voertuig met een CO2-uitstootgehalte van 195 g/km.
De constructeurs zijn vanaf 1 januari 2021 niet meer verplicht om de NEDC 2.0-waarde te vermelden op het Europees gelijkvormigheidsattest. Als ze dit niet doen, dan moet de WLTP-waarde worden gebruikt en zal het voordeel van alle aard hoger zijn.
RSZ
De RSZ heeft zich over voorgaande nog niet uitgesproken.
Voor de berekening van de solidariteitsbijdrage op het privé gebruik van de bedrijfswagen baseren zij hun evenwel ook op de berekeningswijze van het voordeel alle aard zoals de fiscus dit hanteert.
2. Elektrische bedrijfswagen
Aangezien vanaf 1 januari 2021 het voordeel alle aard mogelijks hoger zal liggen gelet op het CO2-uitstootgehalte van de bedrijfswagen en de nieuwe regering wil focussen op milieuvriendelijkere bedrijfswagens, is het misschien te overwegen om uw wagenpark uit te breiden met elektrische wagen. Hieronder enkele feiten op een rijtje betreffende de elektrische wagens.
CO2-uitstootgehalte aan minimumbasispercentage
Aangezien een elektrische wagen geen CO2-uitstoot, zal er voor de berekening rekening gehouden worden met een minimumpercentage van 4%.
De formule is hierdoor als volgt: cataloguswaarde x 4% x 6/7.
(voor een Mercedes Benz ECQ (elektrisch) van 77.935 euro bedraagt het voordeel van alle aard 2.672,06 euro per jaar, ofwel 222,67 euro per maand ((77.935 euro x 6/7) x 4%), hetgeen ongeveer gelijkloopt met het voordeel alle aard voor een Volkswagen golf variant van 2019).
De catalogusprijs van zo’n elektrische wagen in overweging genomen, valt het uiteindelijke voordeel alle aard goed mee.
Faciliteiten inbegrepen in het voordeel alle aard
Voor de oplaadinfrastructuur en de geleverde elektriciteit wordt er voor de werkgever geen nieuw voordeel alle aard in rekening gebracht. Deze onderdelen worden meegenomen in de berekening van het voordeel alle aard van de elektrische wagen, te vergelijken met de terbeschikkingstelling van een tankkaart.
Volgende kosten worden derhalve meegenomen in de berekening van het voordeel alle aard van de elektrische wagen:
- de door de werkgever geleverde elektriciteit om de wagen op te laden;
- de financiering door de werkgever van de oplaadinfrastructuur in de woning van de werknemer of bedrijfsleider ;
- de terugbetaling van de kosten van het elektriciteitsverbruik dat ermee verband houdt.
Autokosten aftrekbaar voor 100%
Bijkomend interessant is dat de autokosten aftrekbaar zijn voor 100%, dit gelet op hun nihil aan CO2-uitstoot.
Aangezien gewone bedrijfswagens niet volledig aftrekbaar zijn, en de tankkosten aanzienlijk hoger liggen, zal het verschil in prijs tussen een elektrische wagen en gewone bedrijfswagen zich na 4 of 5 jaar rechtzetten.
Fiscale behandeling in hoofde van de werknemer m.b.t. tegemoetkoming in de elektriciteitskosten
Bijdrage door werkgever in de elektriciteitskosten van de wagen | – inbegrepen in voordeel alle aard: de kosten die verband houden met de installatie en het gebruik van de oplaadinfrastructuur geleverd door de werkgever
– Elektriciteitskosten betaald door werknemer:
|
Geen tussenkomst van de werkgever | Het betalen van het elektriciteitsverbruik door de werknemer wordt niet aanzien als een eigen bijdrage, en mag niet in mindering gebracht worden van het voordeel alle aard. |
Oplaadmogelijkheid bij de werkgever | Geen bijkomend voordeel van alle aard in hoofde van de werknemer. |
Installatie oplaadinfrastructuur bij de werknemer zelf | Geen bijkomend voordeel van alle aard in hoofde van de werknemer. |
Bron: nieuwe berekeningsregels en FAQ’s voordeel van alle aard dat voortvloeit uit het persoonlijk gebruik van een door de werkgever/onderneming kosteloos ter beschikking gesteld voertuig, FAQ nr. 41.