Skip to main content
Sociaal-Juridisch

Buitenlandse kaderleden en onderzoekers

By 31 mei 2022No Comments

Zoals reeds in een eerder artikeltje meegedeeld werden er grondige wijzigingen doorgevoerd aan het fiscale stelsel van buitenlandse kaderleden en onderzoekers. De regeling bevat een aantal expliciete voorwaarden waaraan voldaan moet worden, opdat bepaalde kosten belastingvrij kunnen worden terugbetaald.

Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen een aantal kosten die op basis van bewijsstukken kunnen worden terugbetaald:

  • de verhuiskosten naar België;
  • de kosten voor het inrichten van de woning;
  • de schoolkosten van de kinderen;

en een aantal repetitieve kosten die op forfaitaire basis kunnen worden terugbetaald:

  • de bijkomende kosten verbonden aan de huisvesting in België ten opzichte van het land van herkomst;
  • de bijkomende kosten verbonden aan de levensduurte in België ten opzichte van het land van herkomst;
  • de kosten van privéreizen naar het land van herkomst.

Deze repetitieve kosten op forfaitaire basis mogen maximum 30% van de bezoldigingen bedragen, en mogen op jaarbasis niet hoger zijn dan 90.000,00 €.

Deze forfaitaire onkostenvergoeding is vrij van belastingen maar ook van sociale bijdragen.

RSZ

Daar het een onkostenvergoeding betreft, dient het bedrag hiervan niet aangegeven te worden aan de DmfA.

Wel geldt er een specifieke ‘statuut’ code die meegedeeld moet worden in de DmfA m.b.t. de personen die van dit bijzonder belastingstelsel genieten, m.n. de code ‘FE’ moet meegestuurd worden.

Fiscus: circulaire 2022/C/47

De fiscus heeft een omvangrijke circulaire opgesteld betreffende de toepassingsvoorwaarden, het specifieke belastingstelsel, de aanvraagprocedure en alle informatie rond het nieuwe belastingstelsel betreffende de buitenlandse kaderleden en onderzoekers.

Voorwaarden

De volgende voorwaarden moeten cumulatief vervuld worden in hoofde van de ingekomen belastingplichtige :

  • in de loop van 60 maanden voorafgaand aan de indiensttreding in België,
    • geen rijksinwoner zijn geweest;
    • noch gewoond hebben binnen een afstand van 150 kilometer van de grens;
    • noch onderworpen zijn geweest aan de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) (BNI/nat.pers.) voor beroepsinkomsten in België
  • enkel bij kaderlid: van de werkgever of vennootschap, een bezoldiging ontvangen voor de in België geleverde prestaties die meer bedraagt dan 75.000 euro per kalenderjaar;
  • het akkoord verkrijgen van de administratie  .

Er is geen nationaliteitsvereiste. De ingekomen belastingplichtige kan de Belgische, buitenlandse of de dubbele nationaliteit hebben.

Tevens is er geen vereiste m.b.t.  het tijdelijk karakter van de tewerkstelling in België, aangezien de toepassing van het bijzonder stelsel sowieso beperkt is in de tijd.

Voorbeeld

Mevrouw B is sinds 01.01.2010 een inwoner van Duitsland.

Zij woonde:

– van 01.01.2010 tot 30.09.2017

in Berlijn

– van 01.10.2017 tot 30.06.2019

in Aken

– vanaf 01.07.2019

in München.

Op 01.04.2022 treedt zij in België in dienst bij een Belgische vennootschap.

Mevrouw B woonde tijdens de referentieperiode op minder dan 150 km van de Belgische grens. Het BBIB kan niet van toepassing zijn, ook al had zij tijdens de volledige referentieperiode (van 01.04.2017 tot 31.03.2022) de hoedanigheid van niet-rijksinwoner.

Meer info over de toepassingsvoorwaarden en eventuele voorbeelden vind je terug in de circulaire.

De in aanmerking te nemen bezoldiging

De bezoldiging die voor de minimale bezoldigingsdrempel (75.000 euro per kalenderjaar (IJ 2022)) in aanmerking wordt genomen, omvat

  • de brutobezoldiging voor de in België geleverde prestaties, vóór aftrek van sociale zekerheidsbijdragen.

Worden evenwel niet in aanmerking genomen om te beoordelen of de minimale bezoldigingsdrempel is behaald:

  • de opzeggingsvergoedingen,
  • vergoedingen tot herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen en
  • de bij toepassing van artikel 38, WIB 92, vrijgestelde bezoldigingen.

Ook de terugbetalingen van de in artikel 32/1, § 5, WIB 92, bedoelde terugkerende uitgaven zijn door de wet expliciet uitgesloten.

Op het moment van de indiening van de aanvraag tot het bijzonder belastingstelsel wordt met voormelde brutobezoldiging voor de in België geleverde prestaties de jaarlijkse brutobezoldiging bedoeld die op het moment van de indiening van de aanvraag zeker en vaststaand is.

Bonussen en andere gratificaties waarvan men op dat ogenblik nog niet zeker is omdat bepaalde voorwaarden nog moeten worden vervuld (bijvoorbeeld het al dan niet halen van een target) kunnen op dat ogenblik niet in de jaarlijkse brutobezoldiging worden opgenomen.

Een bonus of andere gratificatie waarvan het zeker is dat die wordt toegekend en waaraan dus geen toekomstige voorwaarde is gekoppeld, komt wel in aanmerking.

Daarna wordt de minimale bezoldigingsdrempel getoetst aan de werkelijk verkregen brutobezoldiging voor de geleverde prestaties in België (met inbegrip van de werkelijk verkregen bonussen en gratificaties).

De beoordeling gebeurt in elk geval na afloop van elk jaar dat het bijzonder belastingstelsel wordt toegepast.

Meer informatie over de aanvraagprocedure, het verloop en de termijnen vind je terug in de circulaire.

Bron: Administratieve instructies RSZ Q2 2022, Circulaire 2022/C/47 over de regeling houdende invoering van een bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en ingekomen onderzoekers

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.