Sociaal-Juridisch

Coronavirus: Gelijkschakeling primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met uitkeringen tijdelijke werkloosheid

By 9 juli 2020No Comments

Werknemers die arbeidsongeschikt zijn en terugvallen op een ziekte-uitkering, ontvangen een uitkering begrensd op 60% van het bruto maandloon, geplafonneerd op 146,9772 € per dag. De werkloosheidsuitkering is daarentegen voor de periode van 1 februari tot 31 augustus 2020 gelijk aan 70% van het gemiddeld loon (begrensd tot € 2.754,76 per maand). Bijgevolg zijn er werknemers die hun ongeschiktheidsuitkering lager is dan de tijdelijke werkloosheidsuitkering die ze zouden ontvangen bij tijdelijke werkloosheid.

De Groep van 10 heeft in april het voorstel geuit om dit percentage van de ziekte-uitkering ook optrekken tot 70% van het gemiddelde brutodagloon vanaf 1 maart 2020 tot het einde van de voorziene periode voor het specifieke stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens het coronavirus.

Met de wet van 24 juni 2020 heeft de wetgever hier gehoor aan gegeven.

Aanvullende primaire ongeschiktheidsuitkering

De wet beoogt de werknemers wiens bruto dagloon lager is dan 132,9990 euro (bruto maandloon lager dan 3.457,97 euro).

Om het niveau van de arbeidsongeschiktheidsuitkering te brengen op deze van de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen, wordt er een aanvullende vergoeding toegekend.

Het dagbedrag van deze aanvullende primaire ongeschiktheidsvergoeding is gelijk aan 10% van het gederfde loon, begrensd op 146,9772€ (bedrag van toepassing op 1/03/2020) per dag in een zes-dagenweekregeling.

Voor vrijwillig deeltijdse werknemers en werknemers met het statuut van deeltijdse met behoud van rechten wordt het gederfde loon beperkt tot het loon dat voortvloeit uit hun tewerkstelling.

Deze aanvullende primaire ongeschiktheidsvergoeding wordt tevens verhoogd met het dagbedrag van 5,63 euro zoals dit ook van toepassing is bij de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen.

Bovenstaande aanvullende vergoeding wordt niet toegekend wanneer de werknemers zich nog in een periode van gewaarborgd loon bevinden door tussenkomst van de werkgever (CAO nr.12 bis voor arbeiders en nr. 13 bis voor bepaalde bedienden).

Minimum- en maximumbedrag

De arbeidsongeschiktheidsuitkering moet minstens gelijk zijn aan het minimumbedrag van 61,22 € per dag aangezien dit het minimale bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkering is.

De minimumgrens geldt niet voor wie in gedeeltelijke beroepsloopbaanonderbreking is met onderbrekingsuitkeringen.

Andersom geldt dan ook dat de werknemers geen hoger bedrag mogen ontvangen dan bij tijdelijke werkloosheid. Aldus mag het maximale dagbedrag van de ongeschiktheidsuitkering thans niet meer dan 79,80€ per bedragen ([105,9523 * 70%] + 5,63 euro).

Retroactief

De wet is retroactief in werking getreden op 1 maart 2020, en is van toepassing op alle arbeidsongeschiktheden die ten vroegste aangevangen zijn op 1 maart 2020.

De ziekenfondsen zullen de bijkomende vergoedingen uitbetalen en dit uiterlijk tegen 31 oktober 2020.

De aanvullende primaire uitkering is niet meer verschuldigd vanaf het moment dat het Koninklijk Besluit van 30 maart 2020 dat de werkloosheidsuitkeringen wegens tijdelijke werkloosheid verhoogt tot 70 % van het begrensd loon niet langer in voege is.

 

Bron: Wet van 24 juni 2020 houdende toekenning van een tijdelijke aanvulling op de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, BS 2 juli 2020.

 

 

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.