Met een aanvullend KB heeft de overheid een aantal onduidelijkheden omtrent het RSZ-uitstel willen verduidelijken. De aanpassingen zijn in onderstaande tekst in het blauw toegevoegd.
Uitstel van betaling voor RSZ-bijdragen
1. Automatisch uitstel
Er is een automatisch uitstel van patronale bijdragen tot 15 december 2020 voor al de sectoren van de horeca, de recreatie, cultuur en sport en alle ondernemingen die getroffen worden door een verplichte sluiting overeenkomstig de overheidsmaatregelen vermeld in de ministeriële besluiten van 13, 18, 23 en 24 maart 2020.
De toeristische sector is met het aanvullend KB ook toegevoegd aan deze lijst.
Dit automatisch uitstel zal voornamelijk via de DmfA-gegevens lopen zijnde, het paritair comité, de RSZ-categorie en de NACE-codes van de onderneming.
Als je graag wilt weten of je in aanmerking komt voor het automatisch uitstel dan kan je dit checken via deze link. Je moet dan wel je ondernemingsnummer bij de hand hebben.
Het uitstel heeft betrekking op:
- de nog te betalen rechtzettingen der bijdragen;
- de maandelijkse schijven van de lopende minnelijke afbetalingsplannen;
- het derde voorschot voor het 1e kwartaal
- het saldo van het 1e kwartaal
- het debetbericht jaarlijkse vakantie
- de voorschotten voor het 2e kwartaal
- het saldo van het 2e kwartaal
Het automatisch betalingsuitstel heeft dus betrekking op de bijdragen verschuldigd aan de RSZ die vervallen vanaf 20 maart 2020 tot 15 december 2020, met uitzondering van
- de bedragen die verschuldigd zijn na ambtshalve rechtzettingen door de RSZ voor het tweede kwartaal 2020;
- de voorschotten voor het derde kwartaal 2020;
- het saldo voor het derde kwartaal 2020;
- het eerste en tweede voorschot voor het vierde kwartaal 2020.
2. Uitstel na voorafgaande aangifte voor niet-essentiële ondernemingen
Niet-essentiële ondernemingen die niet door een verplichte sluiting getroffen zijn maar die de maatregelen van social distancing (1.5 meter afstand) op de werkvloer of in het georganiseerd vervoer door de werkgever niet kunnen naleven en hierdoor de onderneming moeten sluiten, kunnen via een verklaring op eer een uitstel vragen aan de RSZ.
Voor niet-essentiële ondernemingen, die om andere redenen dan het niet naleven van de sanitaire maatregelen (social distancing) de onderneming hebben gesloten, omwille van bijvoorbeeld de sluiting van toeleveranciers of de sluiting wegens het feit dat klanten gesloten zijn, kan ook via een verklaring op eer een uitstel gevraagd worden aan de RSZ.
De verklaring op eer moet uiterlijk op 31 juli 2020 worden ingediend om in aanmerking te komen.
Om in aanmerking te komen voor het uitstel tot 15 december 2020, moet er sprake zijn van een volledige sluiting. De RSZ beschouwd als volledige sluiting, ondernemingen die de productie en verkoop stopzetten. Het is daarbij mogelijk dat de onderneming nog een beperkt aantal medewerkers laat werken voor bijvoorbeeld veiligheid, administratie, noodzakelijk onderhoud enz.
De verklaring op eer is beschikbaar op de portaalsite van de RSZ.
A posteriori controles op de naleving van de voorwaarden door de RSZ zijn steeds mogelijk.
Het uitstel heeft desgevallend betrekking op:
- de nog te betalen rechtzettingen der bijdragen
- de maandelijkse schijven van de lopende minnelijke afbetalingsplannen
- het derde voorschot voor het 1e kwartaal
- het saldo van het 1e kwartaal
- het debetbericht jaarlijkse vakantie
- de voorschotten voor het 2e kwartaal
- het saldo van het 2e kwartaal
Het automatisch betalingsuitstel heeft dus betrekking op de bijdragen verschuldigd aan de RSZ die vervallen vanaf 20 maart 2020 tot 15 december 2020, met uitzondering van
- de bedragen die verschuldigd zijn na ambtshalve rechtzettingen door de RSZ voor het tweede kwartaal 2020;
- de voorschotten voor het derde kwartaal 2020;
- het saldo voor het derde kwartaal 2020;
- het eerste en tweede voorschot voor het vierde kwartaal 2020.
3. Uitstel na verklaring op eer voor ondernemingen die niet volledig gesloten zijn en hun economische activiteit zwaar verminderd zien
De RSZ heeft ook een derde mogelijkheid van uitstel tot 15 december 2020 toegevoegd. Het gaat over de ondernemingen die niet volledig sluiten maar waarvan de economische activiteit sterk gedaald is omwille van het coronavirus.
Een zware terugval op zich is niet voldoende, de coronacrisis moet namelijk leiden tot:
- een sterke daling van de omzet in het tweede kwartaal 2020, hetgeen zich voor dit kwartaal zal vertalen in een vermindering van het bedrag van aangegeven BTW met minstens 65 % ten opzichte van het tweede kwartaal 2019 of het eerste kwartaal 2020;
en/of
- een vermindering van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonmassa voor het tweede kwartaal 2020 met minstens 65 % ten opzichte van het tweede kwartaal 2019 of het eerste kwartaal 2020.
Zeer recent heeft de RSZ verduidelijkt wat zij met ‘loonmassa’ beogen, zijnde de bedragen die overeenkomen met de looncodes 1, 2, 5 en 6 (respectievelijk loon en voordelen samenhangend met gepresteerde dagen, voordelen onafhankelijk van het aantal effectief gewerkte dagen, premies in het raam van maatregelen tot herverdeling van de arbeid en vergoedingen voor uren die geen arbeidstijd zijn).
De werkgever kan dus kiezen of de vergelijking gemaakt wordt met het eerste kwartaal 2020 of het tweede kwartaal van 2019.
Opgelet: de RSZ verwijst naar een daling of vermindering die zich in Q2 2020 manifesteert. Aangezien Q2 2020 loopt tot en met 30 juni 2020 hebben ondernemingen hierover nog niet de exacte cijfers. Ondernemingen kunnen het uitstel evenwel thans aanvragen maar moeten dan wel zeker zijn dat er effectief sprake zal zijn van een daling of vermindering van 65 % in Q2 2020 ten opzichte van Q1 2020 of Q2 2019.
Bij ex-post-controles door de RSZ zal de onderneming de nodige dalingen met cijfers moeten aantonen, en de elementen moeten aanreiken waarop het aangevraagde RSZ-uitstel gebaseerd was. Moest er opeens toch sprake zijn van een onvoorziene gunstige heropstart in het tweede kwartaal, dan zal de werkgever bij een eventuele controle moeten staven dat er geen sprake is van misbruik van het RSZ-uitstel. Het is derhalve van groot belang dat de verklaring op eer voldoende gefundeerd, samenhangend en gestaafd is.
De verklaring op eer is beschikbaar op de portaalsite van de RSZ, via deze link. De verklaring op eer moet uiterlijk op 31 juli 2020 worden ingediend om in aanmerking te komen.
A posteriori controles op de naleving van de voorwaarden door de RSZ zijn steeds mogelijk. Bij dergelijk controles door de RSZ zal de onderneming de nodige dalingen met cijfers moeten aantonen.
Het uitstel heeft desgevallend betrekking op:
- het saldo van de bijdragen die voor het eerste kwartaal 2020 verschuldigd zijn
- het debetbericht jaarlijkse vakantie
- de voorschotten voor het tweede kwartaal 2020
- het saldo van de bijdragen die voor het tweede kwartaal 2020 verschuldigd zijn
- de nog te betalen rechtzettingen van bijdragen
- de nog te vervallen maandelijkse afbetalingen van de lopende afbetalingsplannen
Het automatisch betalingsuitstel heeft dus betrekking op de bijdragen verschuldigd aan de RSZ die vervallen vanaf 20 maart 2020 tot 15 december 2020, met uitzondering van
- de bedragen die verschuldigd zijn na ambtshalve rechtzettingen door de RSZ voor het tweede kwartaal 2020;
- de voorschotten voor het derde kwartaal 2020;
- het saldo voor het derde kwartaal 2020;
- het eerste en tweede voorschot voor het vierde kwartaal 2020
4. Praktisch
Opgelet: De RSZ-aangifte moet wel nog steeds binnen de gestelde termijnen ingediend worden. Bedragen die reeds door de ondernemingen betaald werden, ondanks dat een uitstel bekomen werd, zullen niet terugbetaald worden door de RSZ.
De bedragen waarvoor uitstel van betaling werd verkregen, moeten dus uiterlijk op 15 december 2020 betaald zijn aan de RSZ.
Indien u als werkgever zich nog niet geregistreerd hebt via de portaalsite van de RSZ, is het aangewezen dat u dit spoedig doet, zodat u de verklaring op eer tijdig kan indienen. Zie hier de betreffende info.
Bijkomende informatie op de website van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Let op! Alle aan de RSZ verschuldigde bijdragen voor het derde en het vierde kwartaal moeten binnen de gewone betaaltermijnen voldaan worden. Het hierboven besproken uitstel geldt desgevallend enkel voor het eerste en tweede kwartaal van 2020.
5. Sancties
Tijdens het uitstel zullen er geen interesten (7% per jaar) of bijdrageopslagen (10% op het verschuldigde bedrag) aangerekend worden. Wanneer de uitgestelde RSZ-bijdragen evenwel niet op 15 december 2020 betaald worden aan de RSZ, zullen deze vanaf 16 december 2020 wel aangerekend worden en dit totdat het saldo effectief betaald wordt.
De forfaitaire bijdrage die normaal gezien betaald moet worden wanneer kwartaalvoorschotten laattijdig betaald worden, is niet van toepassing zijn voor de voorschotten m.b.t. het eerste en tweede kwartaal 2020.
Minnelijke afbetalingsplan RSZ
Een onderneming die door het coronavirus financiële moeilijkheden ondervindt om de sociale bijdragen te betalen, kan voor het eerste en tweede kwartaal 2020 en voor de bijdrage jaarlijkse vakantie voor het vakantiedienstjaar 2019 een minnelijk afbetalingsplan aanvragen bij de RSZ. Hier vind je de aanvraagprocedure terug. In het vak ‘Uw motivatie’ leg je uit op welke manier je onderneming financieel getroffen is door het coronavirus.
U doet dan maandelijkse afbetalingen voor een maximum van 24 maanden. Als het afbetalingsplan strikt wordt nageleefd, zullen er geen bijdrageopslagen, forfaitaire vergoedingen en/of verwijlinteresten aangerekend worden. Dit in tegenstelling tot de eerdere berichten van de RSZ waar deze garantie niet geboden werd.
Voorgaande is ook van toepassing voor werkgevers die op 15 december 2020 bij het verlopen van het uitstel, de verschuldigde RSZ-bijdragen in zijn geheel nog niet kunnen betalen en een minnelijk afbetalingsplan aanvragen.
Betalingsuitstel RSZ en sociaal fonds voor de uitzendkrachten
Uitzendkantoren zijn ertoe gehouden aan het sociaal fonds voor uitzendkrachten (SFU) sectorale bijdragen te betalen (globale bijdrage en de bijdrage voor vorming en risicogroepen = 9,62% op de loonmassa of 0,35% voor bouwinterim). Volgens de informatie op de website van het SFU zouden zij indien u recht heeft op betalingsuitstel bij de RSZ (zie supra voor voorwaarden) hiermee rekening houden, op voorwaarde dat u SFU hiervan op de hoogte brengt. Er wordt niet bepaald op welke wijze u dit moet melden aan het SFU. Aangewezen is dat u het SFU schriftelijk inlicht, per (aangetekende) brief, fax of via het contactformulier, zodat u ook een bevestiging kan vragen.
De contactgegevens zijn de volgende:
Sociaal Fonds voor Uitzendkrachten
Havenlaan 86c/bus 330
1000 Brussel
Tel. 02 203 60 95 (iedere werkdag van 9 tot 12)
Fax. 02 423 21 98
Opgelet: Het SFU heeft ons ondertussen schriftelijk bevestigd dat het uitzendkantoor het uitstel van de RSZ moet bewijzen en dat het Fonds aan de hand van de voorgelegde stukken definitief beslist over een eventueel uitstel. Uit een betalingsuitstel bij de RSZ volgt m.a.w. niet automatisch een uitstel bij het SFU.
Na een grondige analyse van haar financiële situatie gelet op de bijzondere omstandigheden inzake de corona pandemie is het SFU bovendien tot de conclusie gekomen dat het niet mogelijk is om een algemeen uitstel van betaling toe te kennen voor de bijdragen m.b.t. het eerste kwartaal van 2020. Dit betekent dat de verschuldigde bijdragen voor Q1 betaald moeten worden aan het SFU uiterlijk 30 april, hoewel er misschien een betalingsuitstel bij de RSZ lopende is. De ondernemingen die een dossier hadden ingediend, zouden normaliter ook geïnformeerd zijn over deze weigering van het gevraagde uitstel.
Uitstel bijdragen zegelregime PDOK
Specifiek voor bouwbedrijven (PC 124) voorziet PDOK ook in een uitstel van betaling van de bijdragen voor het zegelregime voor het eerste en het tweede kwartaal van 2020:
- Bijdragen verschuldigd voor het 1e kwartaal 2020: uiterlijk 30/06/2020 (2 maanden uitstel).
- Bijdragen verschuldigd voor het 2e kwartaal 2020: uiterlijk 31/08/2020 (1 maand uitstel).
Opgelet: Conform de cao worden de loonvoordelen (getrouwheidszegels en weerverletzegels) door PDOK slechts uitgegeven wanneer de werkgever de bijdragen heeft gestort voor alle kwartalen van het betrokken dienstjaar. Van dit principe kan niet afgeweken worden.
Uitstel betaling maandelijkse voorafbetalingen Horecafonds
Ook het Horecafonds laat uitstel toe voor de maandelijkse voorafbetalingen voor de eerste twee trimesters van 2020, zijnde de maanden januari t.e.m. juni 2020. Er zullen bijgevolg geen verwijlinteresten aangerekend worden voor de eerste twee trimesters van 2020 op voorwaarde dat de betalingen uitgevoerd ten laatste voor 15 oktober 2020.
Er geldt geen specifieke procedure. Let wel, de periode van tijdelijke werkloosheid is in de horeca gelijkgesteld voor de berekening van de eindejaarspremies.
Moest u meer info wensen, kan u het fonds steeds contacteren via het contactformulier of per mail via fonds@horeca.be.
Bovenstaande bespreking is onder voorbehoud van eventuele wijzigingen van de richtlijnen van de bevoegde diensten en/of wijzigingen van de wetgevende bepalingen terzake.
Bron: KB nr. 30 van 4 juni 2020 tot wijziging van het KB nr. 17 van 4 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het verlenen van uitstel van betaling aan bepaalde werkgevers van de bedragen geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, BS 15/06/2020.