In ons artikel ‘Minitaxshift – wet gepubliceerd‘ werden de hervormingen van de BV-vrijstellingen onder de loep genomen.
Als werkgever kan men indien de toepassingsvoorwaarden voldaan zijn een beroep doen op bepaalde vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Hiervoor moet een tweede aangifte 274 ingediend worden waarbij door middel van een specifieke code (aard) aangegeven wordt om welke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing het gaat. Verder moet deze aangifte ook het negatief bedrag aan bedrijfsvoorheffing dat dus niet doorgestort dient te worden aan de Schatkist, vermelden.
Voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting kunnen de rechtzettingen inzake bedrijfsvoorheffing tot 31 augustus van het jaar dat volgt op het inkomstenjaar gebeuren door een tweede (en bijgevolg negatieve) aangifte 274 alsnog in te dienen.
Vanaf 1 september van het jaar volgend op het inkomstenjaar kan een rechtzetting van de bedrijfsvoorheffing nog gebeuren door middel van het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift. Voorheen kon dit gebeuren bij de bevoegde directeur taxatie binnen een termijn van 5 jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarvoor de bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.
Gelet op de minitaxshift wordt deze termijn vanaf 01/07/2022 van 5 jaar ingekort naar 3 jaar voor vorderingen tot teruggave van voorheffing die gebaseerd zijn op de retroactieve toepassing van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Bovendien begint deze ingekorte termijn te lopen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de bedrijfsvoorheffing verschuldigd was.
Het doel van deze wijziging is om de termijn voor het indienen van een vordering tot teruggave van voorheffing af te stemmen op de onderzoekstermijn van de belastingadministratie.
Voor bezwaarschriften m.b.t. aanvragen tot terugbetaling van bedrijfsvoorheffing op grond van een andere reden (dan de retroactieve toepassing van een BV-vrijstelling) blijft de verjaringstermijn van 5 jaar van toepassing.
Bron: Wet van 28 maart 2022 houdende verlaging van lasten op arbeid, BS 31 maart 2022.