Sociaal-Juridisch

RIP mobiliteitsvergoeding (cash for car)

By 30 januari 2020No Comments

Begin januari 2020 werd er nog gecommuniceerd over de indexatie van de mobiliteitsvergoeding met de factor van 1,0202 toen plots op 23 januari 2020 een arrest van het Grondwettelijk hof de wetgeving betreffende de mobiliteitsvergoeding vernietigt

Tot en met 31 december van huidig jaar kunnen werknemers nog van deze voordelige vergoeding genieten.

Indexatie van de lopende mobiliteitsvergoedingen

Conform de wet op de invoering van de mobiliteitsvergoeding moet op 1 januari van elk jaar de cataloguswaarde en het belastbare voordeel van de toekenning van deze vergoeding geïndexeerd worden. Beide onderdelen worden met een bepaalde factor (= coëfficiënt) vermenigvuldigd om zo het geïndexeerde bedrag te bekomen

Cataloguswaarde= de prijs die als basis diende voor de berekening van de mobiliteitsvergoeding in het voorgaande jaar ofwel de waarde die reeds op 1 januari van het voorgaande kalenderjaar geïndexeerd werd.

Coëfficiënt= cijfer berekend o.b.v. de gevlakte mobiliteitsindex van de maand december van het voorgaande jaar zijnde 2019, te delen door de afgevlakte mobiliteitsindex van de maand december van het voorgaande jaar min 1 (2018). Voor 2020 is dit 1,0202.

Concreet voor 2020 betekent dit dat de cataloguswaarde en het belastbare voordeel met 1,0202 vermenigvuldigd moeten worden om de belastbare basis te kennen.

Vernietiging wet tot invoering van een mobiliteitsvergoeding

Voorgaande indexering zal enkel nog van toepassing zijn in 2020 want het Grondwettelijk Hof heeft met een arrest van 23 januari 2020 definitief de streep getrokken onder de wet tot invoering van een mobiliteitsvergoeding. Van in den beginne van de invoering van dit systeem kwam er kritiek uit meerdere hoeken.

Enkele verenigingen hebben dan samen met een tweetal vakbonden een verzoek tot vernietiging ingediend bij het Grondwettelijk Hof. Recent heeft het Hof hier uitspraak over gedaan.

Het Hof volgt het standpunt van de eisende partijen en oordeelt dat de mobiliteitsvergoeding geen garantie biedt om meer duurzame mobiliteit en minder file te bewerkstelligen. Zo worden er namelijk geen beperkende voorwaarden gekoppeld aan het inruilen van de bedrijfswagen tegen een vergoeding. Een werknemer kan er dus nog voor opteren om met zijn eigen wagen te komen werken. Hierdoor is er geen redelijke verantwoording aanwezig voor de fiscaal gunstigere behandeling van de mobiliteitsvergoeding t.o.v. gewoon brutoloon. Daarom besluit het hof tot vernietiging van de betreffende wet.

Om niet al te plots van de ene dag op de andere, de mobiliteitsvergoedingen af te schaffen mogen mobiliteitsvergoedingen volgens hun fiscaal en sociaal gunstig regime nog uitbetaald worden tot en met 31/12/2020.

Na deze datum valt definitief het doek en zullen de werkgever en werknemer ene andere invulling voor dit bedrag moeten zoeken. Het mobiliteitsbudget kan een oplossing bieden. In ons artikel ‘Mobiliteitsvergoeding – en budget update’ kan u hierover meer info terugvinden.

 

Bron: GwH 23 januari 2020, nr. 11/2020; Wet van 30 maart 2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, BS 7 mei 2018.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.