Een aantal steunmaatregels werden na 30 september 2021 niet langer toegepast. Recent heeft de overheid evenwel beslist het merendeel van de maatregelen terug in te voeren.
De maatregelen kunnen dus enkel toegepast worden binnen de zorgsector, het onderwijs, de centra voor contactopsporing en de vaccinatiecentra. Wanneer hierover niets specifieks vermeld wordt, mag u er bijgevolg van uitgaan dat de maatregelen enkel van toepassing zijn binnen deze sectoren.
De invoering van deze maatregelen moet wel het voorwerp uitmaken van sociaal overleg binnen de onderneming. De werkgever die gebruik wenst te maken van een van deze maatregelen moet het aanwezige inspraakorgaan (bij cascaderegeling ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming of vakbondsafvaardiging) hierover informeren.
De wet definieert de zorgsector als volgt: de private en openbare diensten voor zorg, opvang en bijstand voor personen, voor oudere personen, voor minderjarigen, voor mindervalide personen en voor kwetsbare personen, met inbegrip van slachtoffers van intrafamiliaal geweld. Voor de private sector behoren deze diensten of organisaties tot de volgende paritaire comités :
- 318 Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;
- 319 Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;
- 330 Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
- 331 Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector;
- 332 Paritair Comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector;
- 322 Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, voor zover de uitzendkracht wordt tewerkgesteld bij een gebruiker die ressorteert onder één van de hierboven vermelde paritaire comités;
- Onder de openbare zorgsector wordt verstaan de openbare zorginstellingen met als NACE-code 86101, 86102, 86103, 86104, 86109, 86210, 86901, 86903, 86904, 86905, 86906, 86909, 87101, 87109, 87901, 87902, 87909, 88101, 88102, 88103, 88104, 88109, 88911, 88912,88919, 88991, 88992, 88993, 88994, 88996 en 88999.
Hieronder een overzicht:
Studentenarbeid
Voor het eerste kwartaal 2022 worden de prestaties van de student verricht in voormelde sectoren niet aangerekend op het jaarlijks contingent van 475 uur.
De impact op de kinderbijslag is thans nog niet duidelijk. Dit wordt immers geregeld door de gewesten. Het is dus even afwachten of de regelgeving naar analogie van het verleden aangepast wordt.
De fiscale bedragen voor 2022 die bepalen of de student ten laste valt van de ouders, worden hoogstwaarschijnlijk wel aangepast.
Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur
De mogelijkheid tot het afsluiten van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in afwijking van artikel 10 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (verbod opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur) is terug van toepassing vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 voor de tewerkstelling in de zorgsector en het onderwijs.
Het sluiten van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd van minimaal 7 dagen zal tijdelijk mogelijk zijn zonder verdere begrenzing, zonder dat dit het ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot gevolg heeft.
Deze opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur kunnen enkel afgesloten worden met werknemers die in tijdelijke werkloosheid verkeren.
De werknemer in tijdelijke werkloosheid kan deze op elk moment zonder opzegging deze arbeidsovereenkomst van bepaalde duur beëindigen.
Cumul onderbrekingsuitkering tijdskrediet, thematisch verlof of een landingsbaan en tewerkstelling essentiële sector
De werknemer kan voor het eerste kwartaal 2022 weer tijdelijk tijdens zijn loopbaanonderbreking een activiteit aanvatten bij een andere werkgever in de zorgsector of het onderwijs, in een centrum voor contactopsporing of in een vaccinatiecentrum.
De bezoldigingen ontvangen uit deze tijdelijke tewerkstelling kan gecombineerd worden met 75 % van de onderbrekingsuitkering.
De arbeidsovereenkomst bij de (andere) werkgever wordt schriftelijk vastgesteld en bevat een einddatum die nooit verder mag liggen dan 31 maart 2022.
Werknemers tewerkgesteld bij een werkgever in de zorgsector, het onderwijs en de centra voor contactopsporing, die zijn arbeidsprestaties onderbreekt of heeft verminderd in het kader van thematisch verlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking kan met deze werkgever overeenkomen om de betrokken onderbreking of vermindering van arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen. Na afloop van de tijdelijke schorsing, wordt de oorspronkelijke onderbreking of vermindering van arbeidsprestaties onder de oorspronkelijke voorwaarden verdergezet voor de resterende duur. De werknemer moet de schorsing van de onderbreking of vermindering van arbeidsprestaties schriftelijk meedelen aan de RVA. Tijdens de periode van schorsing van de onderbreking of vermindering van arbeidsprestaties is er geen recht op uitkering.
De RVA heeft recent bevestigd dat de werknemers in voorgaande situaties inderdaad 75% van hun uitkering behouden, voor de periodes van tewerkstelling gelegen in de periode vanaf 1 januari tot 31 maart 2022.
Terbeschikkingstelling van gebruikers uit de essentiële sectoren
Werkgevers uit om het even welke sector konden tijdelijk op soepele wijze hun werknemers ter beschikking kunnen stellen van werkgevers in de essentiële sectoren.
De tijdelijke afwijking op art. 31 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (verboden terbeschikkingstelling) wordt terug ingevoerd voor het eerste kwartaal 2022.
In principe is het immers slechts in een zeer beperkt aantal gevallen toegelaten om werknemers ter beschikking te stellen aan een gebruiker met overdracht van werkgeversgezag (vb. uitzendarbeid). Voor het vierde kwartaal is dus per uitzondering het akkoord van de inspectiediensten niet vereist.
De vaste werknemers moeten wel reeds vóór 1 oktober 2021 in dienst zijn getreden bij de werkgever. Vaste werknemers zijn alle werknemers die verbonden zijn met een gewone arbeidsovereenkomst. Werknemers met een vervangings- of een uitzendovereenkomst komen dus niet in aanmerking
De voorwaarden en de duur van de terbeschikkingstelling moeten worden vastgelegd in een geschrift ondertekend door de werkgever, de gebruiker en de werknemer. Dit geschrift moet worden opgesteld vóór het begin van de terbeschikkingstelling.
De overeenkomst die de werknemer met zijn werkgever verbindt, blijft gelden tijdens de periode van de terbeschikkingstelling. De gebruiker wordt echter hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de sociale bijdragen, lonen, vergoedingen en voordelen die daaruit volgen.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de werknemers in veilige omstandigheden kunnen werken. De mechanismes die de werknemers tegen sociale dumping moeten beschermen (bv. het principe van gelijk loon voor gelijk werk) blijven van toepassing.
Tijdelijk inschakelen van asielzoekers in wachtperiode
Asielzoekers die de procedure doorlopen om in België erkend te worden als vluchteling ontvangen hiervoor een attest van immatriculatie met een geldigheidsduur van 4 maanden. De asielzoekers mogen overeenkomstig dit attest niet tewerkgesteld worden. Op dit attest wordt namelijk vermeld ‘toegang tot de arbeidsmarkt: neen’.
Indien de asielzoeker binnen deze periode van 4 maanden geen beslissing mocht ontvangen, krijgt hij een nieuw attest dat hem wel toegang tot de arbeidsmarkt geeft.
Een steunmaatregel voorziet hierop opnieuw een uitzondering. De asielzoeker mag m.a.w. gedurende de wachtperiode toch tewerkgesteld worden.
De startdatum van het attest moet wel op of vóór 31 december 2021 liggen.
Tijdelijke tewerkstelling SWT’ers bij werkgevers uit de zorgsector, het onderwijs, contactopsporing en vaccinatiecentra
In de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022 mogen werklozen met bedrijfstoeslag terug in de bovenvermelde sectoren aan de slag met behoud van het loon voor deze tewerkstelling samen met 75% van de tijdelijke werkloosheidsuitkering .
Voor de zorgsector, het onderwijs, contactopsporing en vaccinatiecentra mag de SWT-er het werk hervatten bij zijn ex-werkgever met deels behoud van zijn werkloosheidsuitkeringen, voor zoverre deze ex-werkgever tot één van deze sectoren behoort.
Voor de decava – bijdrageregeling zal deze werkhervatting bij de ex-werkgever actief in de zorgsector, het onderwijs, contactopsporing en vaccinatiecentra beschouwd worden als een werkhervatting van type 1 (werkhervatting bij een andere werkgever). Er zijn geen decava-bijdragen verschuldigd, noch RSZ-bijdragen op de bedrijfstoeslag. Deze maatregel zal gelden tot 31 maart 2022.
Ook hier heeft de RVA bevestigd dat de werknemers 75% van hun uitkering behouden, voor de periodes van tewerkstelling gelegen in de periode vanaf 1 januari tot 31 maart 2022.
Inwerkingtreding
De wet werd op 9 maart jongsleden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wet treedt retroactief in werking met ingang vanaf 1 januari 2022 en treedt buiten werking op 31 maart 2022.
Bron: Nieuwsbericht RVA van 10 februari 2022; Wet van 14 februari 2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, BS 9 maart 2022.