In 2020 konden zelfstandigen die al dan niet rechtstreeks getroffen waren door de sluitingsmaatregelen van de overheid of een omzetverlies leden door het coronavirus, een overbruggingsrecht aanvragen.
Voor 2021 heeft de overheid een nieuw soort overbruggingsrecht uitgewerkt, namelijk het Crisis-overbruggingsrecht bestaande uit 3 pijlers.
Pijler 1 – in functie van sluitingsmaatregelen overheid
De eerste pijler beoogt een tijdelijke crisismaatregel voor de zelfstandigen die nog steeds rechtstreeks getroffen worden door de sluitingsmaatregelen van de overheid.
De toegekende bedragen zullen fluctueren afhankelijk van de periode van volledige onderbreking.
Thans werd de inwerkingtreding van deze pijler even on hold geplaatst tot 1 oktober 2021 en heeft de ministerraad beslist het dubbel corona-overbruggingsrecht te verlengen tot en met september 2021.
Pijler 2 – in functie van de omzetdaling
De tweede pijler voorziet in een tijdelijke steunmaatregel voor de zelfstandigen die door de crisis geconfronteerd worden met een aanzienlijke daling van hun omzet.
Een zelfstandige kan hierop een beroep doen, ongeacht in welke sector de zelfstandige activiteit verricht wordt.
Voorwaarden omzetdaling
- Omzetdaling van minstens 40 % in de kalendermaand voorafgaand aan de kalendermaand waarin het overbruggingsrecht aangevraagd wordt.
- De omzetdaling moet vergeleken worden met dezelfde kalendermaand tijdens het refertejaar 2019.
Uitzondering: Wanneer de zelfstandige in het refertejaar nog niet actief was; of er was een abnormaal lage omzet omwille van overmacht, dan kan de vergelijking gebeuren met de eerstvolgende volledige kalendermaand. - Het verband tussen de omzetdaling en de coronacrisis moet gemotiveerd worden. Een verklaring op eer is vereist, alsook kunnen er bijkomend bewijsstukken opgevraagd worden, zoals rekeninguittreksels, btw-uitgaven, …
Voorwaarden uitkering
De zelfstandige moet sociale bijdragen verschuldigd zijn in België in de kalendermaand van de aanvraag en tevens de voorlopige sociale bijdragen effectief betaald hebben gedurende ten minste 4 van de 16 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal dat volgt op het kwartaal van de kalendermaand waarop de aanvraag betrekking heeft.
Volgende zelfstandigen komen in aanmerking voor een volledige uitkering:
- Zelfstandigen in hoofdberoep (incl. helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut);
- Andere zelfstandigen dan deze in hoofdberoep, die voorlopige sociale bijdragen verschuldigd zijn, die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van de zelfstandigen in hoofdberoep:
- Zelfstandigen in bijberoep
- Gepensioneerde zelfstandigen
- Student-zelfstandigen
- Zelfstandigen in hoofdberoep gelijkgesteld met een bijberoep
Andere zelfstandigen die gedeeltelijk sociale bijdragen betalen, berekend op een referte-inkomen tussen 7.021,29 € en 14.042,57 €, komen in aanmerking voor een gedeeltelijke uitkering.
Aanvraag en vergoeding
De aanvraag moet ingediend worden bij het sociaal verzekeringsfonds waar de zelfstandige aangesloten is. Wanneer de zelfstandige recht heeft op een volledige vergoeding, dan bedraagt deze maandelijkse uitkering vanaf 1 juli 2021, 1.317,52 € zonder gezinslast, en 1.646,38 € met gezinslast. De gedeeltelijke uitkering bedraagt 823,19 € voor een zelfstandige met gezinslast, en 658,76 € zonder.
De uitkering kan bekomen worden voor de periode tot en met 30 september 2021.
De aanvraag moet wel elke kalendermaand opnieuw ingediend worden, samen met de noodzakelijke omzetcijfers.
De aanvraag voor de maanden juli, augustus en september 2021 moet uiterlijk op 30 maart 2022 zijn ingediend.
Cumul met vervangingsinkomen?
De uitkering kan onder bepaalde voorwaarden gecumuleerd worden met een ander vervangingsinkomen (pensioen, (tijdelijke) werkloosheid, arbeidsongeschiktheid).
De som van de uitkering in het kader van het overbruggingsrecht en het vervangingsinkomen mag in geen geval hoger zijn dan 1.614,10 EUR (=volledige uitkering overbruggingsrecht). Bij overschrijding zal het maandelijkse bedrag van de uitkering van het crisis-overbruggingsrecht verminderd worden.
Wanneer de zelfstandige al middels het klassieke overbruggingsrecht een uitkering heeft genoten voor de maximale duur van 12 of 24 maanden, dan kan er nog een aanvraag ingediend worden voor het crisis-overbruggingsrecht. De duur van de toekenning van het crisis-overbruggingsrecht wordt ook niet in mindering gebracht van de maximumduur van het klassieke overbruggingsrecht.
Dubbel corona-overbruggingsrecht
Het ‘Dubbel corona-overbruggingsrecht’ kan worden toegepast tot en met 30 september 2021. Dit kan worden aangevraagd door de zelfstandigen uit verplicht gesloten sectoren ingevolge corona. Denk hierbij aan zelfstandigen actief in de evenementensector en discotheken. Of de reisbureaus die zich vooral richten op reizen buiten de Europese Unie en dus nog steeds hun activiteit dienen te onderbreken. Ook als je zelfstandige activiteit hoofdzakelijk afhankelijk is van dergelijke zelfstandige activiteit die verplicht werd te sluiten, kan je een beroep doen op deze uitkering als je de activiteit volledig onderbreekt.
De voorwaarden betreffende de uitkering en de aanvraagprocedure zijn gelijkaardig zoals hierboven uiteengezet onder pijler 1.
Wat betreft de bedragen, gaat het om een verdubbeling van het ‘gewone overbruggingsrecht’. Aldus heeft de zelfstandige die aan de voorwaarden voldoet, recht op een volledige maandelijkse vergoeding van 2.635,04 € zonder gezinslast, en 3.292,76 € met gezinslast (bedragen vanaf 1 juli 2021). De gedeeltelijke uitkering bedraagt 1.646,38 voor een zelfstandige met gezinslast, en 1.317,52 € zonder.
Pijler 3 – bij quarantaine of zorg voor een kind
Dit betreft een verlenging van het overbruggingsrecht dat reeds in 2020 aangevraagd kon worden wanneer een kind in quarantaine geplaatst werd, met onderstaande uitbreiding:
- Zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit gedurende minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen tijdens een kalendermaand moeten onderbreken omwille van de zorg voor hun kind(eren) jonger dan 18 jaar, die verplicht op afstand lessen moeten volgen voor de school door de coronamaatregelen;
- Zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit gedurende minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen tijdens een kalendermaand moeten onderbreken omwille van de zorg voor een gehandicapt kind ten laste, ongeacht de leeftijd van dat kind, omdat het kind niet naar een centrum voor opvang van gehandicapte personen kan gaan, omdat dit centrum wordt gesloten of bij de tijdelijke stopzetting van de intramurale of extramurale dienstverlening of behandeling georganiseerd of erkend door de Gemeenschappen als gevolg van van corona beperkende maatregelen.
Voor de aanvraagprocedure als de uitbetaling geldt dezelfde procedure als voor de tweede pijler, namelijk dat voor elke maand een nieuwe aanvraag zal moeten gebeuren bij het bevoegde sociaal verzekeringsfonds.
Het overbruggingsrecht derde pijler kan aangevraagd worden voor de periode januari tot en met juni 2021. De ministerraad heeft ook voor deze pijler de goedkeuring gegeven om het recht te verlengen tot en met september 2021.
Bron: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016
houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in
het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen en van de wet van 22 december 2020 tot instelling van
verschillende maatregelen ten gunste van zelfstandigen in de context van de COVID-19-crisis; Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen.