Gelet op de coronacrisis werd er door veel ondernemingen een beroep gedaan op de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid overmacht corona. Sinds 01/10/2020 kan deze vereenvoudigde procedure opnieuw door alle ondernemingen toegepast worden en dit tot 30/09/2021.
In principe is tijdelijke werkloosheid overmacht niet gelijkgesteld in de vakantiewetgeving voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur.
Voor de periode van 01/02/2020 t.e.m. 31/08/2020 werden de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht coronavirus reeds gelijkgesteld voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur, zowel voor arbeiders als bedienden.
De sociale partners in de NAR hadden reeds een akkoord bereikt i.v.m. de verlenging van de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona zolang het specifieke overmachtsstelsel wegens corona loopt. Hieraan werd echter de voorwaarde gekoppeld dat de regering zou voorzien in een financiële compensatie voor werkgevers.
Eind december werd het KB van 22/12/2020 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Hierdoor zijn de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht coronavirus ook voor de periode van 01/09/2020 t.e.m. 31/12/2020 gelijkgesteld voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur, zowel voor arbeiders als bedienden.
Ondertussen werd er een wetsontwerp goedgekeurd in de Kamer dat voorziet in deze compensatieregeling voor de kost van de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor vakantie tot 31/12/2020. De wet van 20/12/2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (1) werd op 30/12/2020 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Bedienden
De voorziene regeling is van toepassing op werkgevers die in het tweede kwartaal 2020 werknemers tewerkstellen.
Een gedeeltelijke compensatie is voorzien voor de kost voortvloeiend uit de gelijkstelling van de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor wat het vakantiegeld voor de bedienden betreft.
Bovenvermelde werkgevers hebben in het tweede kwartaal 2021 recht op een compensatie ten bedrage van een percentage van een globaal bedrag van 93 582 741 euro ter compensatie van de kost van de gelijkstelling tot 31 december 2020 van de perioden van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie in het stelsel van de
jaarlijkse vakantie van de bedienden. De RSZ zal het globaal budget naar verhouding verdelen over alle werkgevers die er recht op hebben volgens een wettelijk vastgelegde verdeelsleutel. Het globaal budget kan via KB aangepast worden.
Dit percentage wordt berekend op basis van de gelijkgestelde dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge het coronavirus COVID-19 die zijn aangegeven in de DmfA.
Deze compensatie wordt berekend en toegekend door de RSZ. Hiertoe wordt een prestatiebreuk berekend per tewerkstelling in de DmfA en, in voorkomend geval, worden de verschillende prestatiebreuken opgeteld tot een globale prestatiebreuk van de werknemer.
- Tewerkstelling in dagen: X (dagen code 77) / D (aantal dagen per week van het arbeidsstelsel)
- Tewerkstelling in uren en in dagen: Z (uren code 77) / U (gemiddeld aantal uren per week van de referentiewerknemer)
De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond.
De globale prestatiebreuk van een werknemer in de multifunctionele kwartaalaangifte is hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het resultaat tot 1 herleid.
Voor de toekenning van de compensatie aan iedere werkgever wordt een gemiddeld percentage berekend op basis van de globale prestatiebreuken van zijn werknemers in het tweede kwartaal 2020. Dit gemiddeld percentage wordt afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond.
Gemiddeld percentage werkgever | Compensatiepercentage |
< 10 | Geen compensatie |
≥ 10 < 20 | 33% |
≥ 20 < 50 | 66% |
≥ 50 | 100% |
Vervolgens wordt dit ‘compensatiepercentage’ toegepast op de som van de ‘prestatiebreuken’ van de individuele bediendes van de werkgever voor het 2de, 3de en 4de kwartaal 2020 om zo het ‘gewicht’ van de werkgever te bepalen. Op basis hiervan wordt het aandeel van de werkgever in het totale ‘gewicht ‘ van alle werkgevers vastgesteld om zo het compensatiebedrag te berekenen op basis van het ‘relatieve gewicht’ van de werkgever voor de verdeling van de voorziene enveloppe.
De berekening werd ondertussen uitgevoerd door de RSZ en het bedrag van de compensatie zou reeds in de loop van het tweede kwartaal 2021 zijn overgemaakt aan de werkgever. Het compensatiebedrag wordt in mindering gebracht van de RSZ bedragen verschuldigd voor het tweede kwartaal 2021. Het ongebruikte krediet wordt overgedragen naar de volgende kwartalen van 2021 voor zover er bijdragen verschuldigd zijn.
Arbeiders
Een toelage die in de begroting van de FOD Sociale Zekerheid is opgenomen, wordt aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie toegekend voor het jaar 2021 ter compensatie van de kost van de gelijkstelling tot 31 december 2020 van de perioden van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de jaarlijkse vakantie in het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders.
Het bedrag van deze toelage wordt vastgesteld op 93 582 741 euro.
Dit bedrag zal uiterlijk op 30 april 2021 aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie betaald worden.
Uitzendkrachten?
De RJV heeft bijkomende toelichting gegeven in de FAQ op haar website i.v.m. de gelijkstelling van de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor uitzendkrachten.
De dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona van de uitzendkrachten worden door de RJV gelijkgesteld voor de dagen jaarlijkse vakantie en voor het wettelijk vakantiegeld in 2021 zoals voor de andere werknemers.
Net zoals de RVA de werkloosheid wegens overmacht corona toegekend heeft aan de uitzendkrachten via soepelere voorwaarden, heeft het Beheerscomité van de RJV beslist om de gelijkstelling van de coronawerkloosheid ook toe te kennen aan de uitzendkrachten die zich in de volgende situaties bevinden:
- Situatie 1 :De uitzendkracht heeft gewerkt tot aan het begin van de coronaviruscrisis, dan werden zijn contracten onderbroken binnen de 15 dagen na het begin van de pandemie. Deze onderbreking in de contracten werd vervolgens gevolgd door contracten met enkel dagen coronawerkloosheid die aangegeven worden. De RJV neutraliseert de onderbreking in de arbeidsovereenkomsten en stelt de dagen coronawerkloosheid, aangegeven door de werkgever en erkend door een attest van de RVA, gelijk.
- Situatie 2 : De uitzendkracht heeft gewerkt en heeft ook arbeidsovereenkomsten met enkel dagen coronawerkloosheid gehad. Vervolgens neemt hij individuele dagen verlof buiten de arbeidsovereenkomst. Deze onderbreking in de arbeidsovereenkomst wordt onmiddellijk gevolgd door contracten met enkel dagen coronawerkloosheid die aangegeven worden. De RJV neutraliseert de onderbreking in de contracten die te wijten is aan het nemen van vakantie en stelt de dagen coronawerkloosheid, aangegeven door de werkgever in de volgende contracten en erkend door een attest van de RVA, gelijk.
In deze twee situaties worden deze gelijkgestelde dagen opgenomen in de berekening van het bedrag en de vakantieduur 2021. Deze uitzonderlijke maatregel is van toepassing op de uitzendkrachten voor de periode van 13/03/2020 tot en met 31/12/2020.
2021?
Momenteel is er nog niet voorzien in een verlenging van de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid overmacht in de vakantiewetgeving voor de berekening van het vakantiegeld en de vakantieduur voor 2021.
Bron: Wet van 20/12/2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (1), BS 30/12/2020.