Sociaal-Juridisch

Coronavirus: Preventiemaatregelen op de werkvloer – update

By 31 maart 2021No Comments

Als werkgever ben je verantwoordelijk voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de werkvloer. In het kader hiervan neem je als werkgever best een aantal maatregelen om de verspreiding van het virus op de werkvloer tegen te gaan.

Opgelet: op provinciaal of gemeentelijk niveau kunnen strengere regels gelden. 

Telethuiswerk is de regel 

Gelet op de zorgwekkende epidemiologische toestand (alarmniveau 4 op de COVID-19 barometer) heeft het  Overlegcomite vrijdag 16/10/2020 beslist dat telewerk de regel wordt bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten voor alle personeelsleden wiens functie zich ertoe leent, in de mate dat de continuiteit van de bedrijfsvoering, activiteiten en dienstverlening dit toelaat.  Alle ondernemingen, verenigingen en diensten kunnen eveneens goed georganiseerde terugkeermomenten organisetren met respect voor de veiligheidsvoorschriften. Dit werd zo vastgelegd in het MB van 18/10/2020 dat op 19/10/2020 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. De nieuwe maatregelen gelden vanaf 19/10/2020 voor één maand. 

Ondertussen werd er een nieuw MB van 28/10/2020 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad dat de bepaling rond telewerk van het MB van 18/10/2020 herneemt. De maatregelen opgenomen in het MB gelden t.e.m. 19/11/2020.

In de overwegingen staat dat deze maatregel toelaat om het aantal personen in het openbaar vervoer tijdens de spitsuren te verminderen en om op die manier te vermijden dat ze niet in de mogelijkheid zijn om de regels van de social distancing na te leven. Daarnaast wordt ook verwezen naar het feit dat het belangrijk is dat personeelsleden een band behouden met zowel hun collega’s als de onderneming, vereniging of dienst waarin of waarvoor zij werken. Gelet op voorgaande kan de werkgever goed georganiseerde en beperkte terugkeermomenten inplannen voor de telethuiswerkers, met respect voor de sanitaire voorschriften. Er wordt bovendien een overleg opgezet met de werkgeversfederaties teneinde een responsabiliserende monitoring te bewerkstelligen, zodat de regel van telewerk toegepast zou worden waar dit moet. 

De FOD WASO heeft enkele tips gepubliceerd m.b.t. efficiënt telewerken met behoud van uw welzijn. 

Indien telethuiswerk niet wordt toegepast, nemen de ondernemingen, verenigingen en diensten de nodige preventiemaatregelen (cf. Gernerieke gids) om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

Indien telethuiswerk niet wordt toegepast, nemen de ondernemingen van de cruciale sectoren en de essentiële diensten (cf. Bijlage MB 28/10/2020), alsook de producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de activiteit van deze ondernemingen en deze diensten, de nodige preventiemaatregelen (cf. Generieke gids) om de regels van de social distancing in de mate van het mogelijke toe te passen.

De ondernemingen, verenigingen en diensten nemen tijdig passende preventiemaatregelen om de toepassing van de hierboven vermelde regels (social distancing) te garanderen of, indien dit niet mogelijk is, een minstens gelijkwaardig niveau van bescherming te bieden.

Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de “Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan”, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden.

Als werkgever moet je ervoor zorgen dat niet enkel de vaste werknemers, maar ook nieuwe werknemers, tijdelijke arbeidskrachten (stagiairs, uitzendkrachten, studenten, seizoensarbeiders,….) en derden die in de onderneming werkzaamheden komen verrichten op de hoogte zijn van de genomen preventiemaatregelen in de onderneming. Het is hierbij van belang om na te gaan welke taal deze werknemers of derden verstaan. De FOD WASO heeft sensibiliseringsmateriaal voor op de werkplek in 17 talen op haar website gepubliceerd. Alsoook affiches met verschillende tips om veilig te werken. 

Collectieve maatregelen hebben steeds voorrang op individuele maatregelen.

Deze passende preventiemaatregelen worden op het niveau van de onderneming, vereniging of dienst uitgewerkt en genomen met inachtneming van de geldende regels van het sociaal overleg, of bij ontstentenis daarvan in overleg met de betrokken werknemers, en in overleg met de diensten voor preventie en bescherming op het werk. De ondernemingen, verenigingen en diensten informeren de werknemers tijdig over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken hen een passende opleiding. Ze informeren ook derden tijdig over de geldende preventiemaatregelen.

Werkgevers, werknemers en derden zijn ertoe gehouden de in de onderneming, vereniging of dienst geldende preventiemaatregelen toe te passen.

Vanaf april 2021 geldt de verplichting voor werkgevers om maandelijks via het elektronische registratiesysteem dat door de RSZ ter beschikking wordt gesteld op de portaalsite van de sociale zekerheid, het totale aantal werknemers in het bedrijf per vestigingseenheid en het aantal werknemers dat een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telewerk te registreren.

Avondklok

Het Overlegcomité heeft ook een avondklok ingevoerd op het volledige Belgische grondgebied. Het is vanaf 19/10/2020 voor de duur van één maand (t.e.m 19/11/2020) verboden om zich op de openbare weg en in de openbare ruimte te begeven tussen 24.00u en 05.00u ’s morgens, behalve voor essentiële, niet uitstelbare verplaatsingen. Het gaat dan bijvoorbeeld over toegang tot medische zorgen, bijstand en zorgen voor kwetsbare personen, professionele verplaatsingen met inbegrip van woon-werkverkeer. 

In het Waals gewest werd de avondklok verstrengd naar 22.00u en 06.00u voor de periode van 24/10/2020 – 01/03/2021. Voor de nacht van 24 op 25 december is de avondklok beperkt van middernacht tot 06.00 u. Vanaf 01/03/2021 geldt in het Waals gewest de federale avondklok van 24.00u en 05.00u.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd de avondklok verstrengd (Besluit 26/10/2020). Het verbod om zich op de openbare weg of in de openbare ruimte te bevinden geldt tussen 22.00u en 06.00u voor de periode van 26/10/2020 – 25/04/2021. Hierop zijn er een aantal uitzonderingen:

  • om dringende medische redenen (ook dierengeneeskunde);
  • wegens partner- of gezinsgeweld;
  • om bijstand of dringende zorgen te verstrekken;
  • om beroepsredenen of n.a.v. een stage (met inbegrip van woon-werkverkeer).

Bij een controle door de politiediensten moet men behalve i.h.k.v. medische zorgen de reden van aanwezigheid of verplaatsing op de openbare weg of in de openbare ruimte op eerste vraag van de politiediensten aantonen. Voor werknemers die  professionele verplaatsingen moeten maken tijdens de avondklok kan u desgevallend een attest afleveren.

 Mondmaskers? 

Een masker wordt volgens de FOD WASO niet beschouwd als een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) of werkkledij.  

Het MB van 5 juni 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken voorziet dat de minimale regels moeten worden nageleefd (bij gebrek aan een protocol bepaald door de bevoegde minister in overleg met de betrokken sector). Maskers en andere persoonlijke  beschermingsmiddelen worden daarbij steeds sterk aanbevolen en worden gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit.

In de ondernemingen en instellingen waar het dragen van mondmaskers verplicht is gesteld in het kader van de COVID-19 pandemie, omdat de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, moet de werkgever instaan voor het verstrekken van de mondmaskers. Ingevolge artikel I.2-14 van de codex welzijn mogen de maatregelen m.b.t. het welzijn van de werknemers in geen geval financiële lasten voor de werknemers met zich mee brengen.

Indien de terbeschikkingstelling van de mondmaskers onderdeel is van het welzijnsbeleid in de onderneming zal dit niet beschouwd worden als een loonvoordeel in natura door de RSZ en de Fiscus. Hierbij geldt dan wel de voorwaarde dat het aantal mondmaskers in verhouding staat tot het aantal dat noodzakelijk is voor de tewerkstelling van de werknemer (werkuren, woon-werkverplaatsingen, professionele verplaatsingen). Een financiële tegemoetkoming in de aankoopkost door de werknemers zal niet geaccepteerd worden. In zeer uitzonderlijke omstandigheden en op basis van reele bewijsstukken zou dit wel mogelijk kunnen zijn, namelijk voor werknemers die in het buitenland werkzaam zijn en dus de ter beschikking gestelde mondmaskers niet in ontvangst kunnen nemen. 

Ook het schoonmaken van stoffen mondmaskers moet volgens de FOD WASO gebeuren door de werkgever, teneinde iedere besmetting van de woonomgeving van de werknemers via de werkomgeving te vermijden. Echter in de praktijk zouden de RSZ en Fiscus wel een forfaitaire onkostenvergoeding van 0,20 euro/week aanvaarden voor het onderhoud van stoffen mondmaskers. 

Sneltests? 

Gelet op de beslissing van de regering en het coronacommissariaat om sneltests ruim (op repetitieve basis) in te zetten in ondernemingen om de verspreiding van het virus op de werkvloer te monitoren en onder controle te houden, heeft de FOD WASO een kader uitgewerkt waarbinnen deze sneltests mogelijk zijn. Dit kader is gebaseerd op het advies van de sociale partners d.d. 23/03/2021.

Het inzetten van sneltests ontslaat de partijen in geen geval van de verplichting om de preventiemaatregelen zoals bepaald in deze generieke gids/sectorgidsen na te leven, en mag ook geen middel zijn om een afwijking te verkrijgen op de quarantaineverplichting. Het inzetten van tests moet bovendien steeds gepaard gaan met een controle op de preventiemaatregelen en indien nodig een bijsturing ervan.

Bij het gebruik van zelftests, zijn informatie en opleiding in verband met het correct gebruik en de mogelijke consequenties van een positief of negatief testresultaat erg belangrijk:

  • een negatief testresultaat wil niet zeggen dat het individu niet besmet kan zijn met het virus en dus ook niet dat het risico op het overdragen van het virus onbestaand zou zijn. Men mag niet vergeten dat deze tests een lagere gevoeligheid hebben dan de standaard PCR-tests, vooral bij asymptomatische personen. Ze laten wel toe om hoog besmettelijke personen te identificeren. Daarom moet er hier zeer duidelijk op gewezen worden dat een negatieve test geen vrijgeleide kan zijn voor het niet of niet strikt toepassen van preventieve maatregelen en dat dus ook in de ondernemingen steeds de maatregelen zoals vermeld in de generieke gids (telethuiswerk daar waar mogelijk, social distancing, hygiënemaatregelen, …) moeten worden toegepast.
  • een positief testresultaat wil in elk geval zeggen dat het individu in isolatie moet en onmiddellijk zijn huisarts moet raadplegen zodat deze kan nagaan op basis van de klinische en epidemiologische context of een bevestiging door een PCR-test moet gebeuren, en dat ook dat de hoogrisicocontacten in quarantaine worden geplaatst.

Sneltesten kunnen worden ingezet in het kader van clusterbeheer , als algemene preventieve screening of op verzoek van de arts-sociaal inspecteur:

  • Tests kunnen worden ingezet in het kader van een clusterbeheerin toepassing van het KB van 05/01/2021. Binnen het kader van dit KB kan de arbeidsarts alle werknemers of een deel van de werknemers (door hem vast te stellen) op geregelde tijdstippen (bv. 2x/week) aan een (snel)test onderwerpen gedurende een door deze arts vast te stellen termijn (bv. 3 weken), die kan verlengd worden in functie van vastgestelde besmettingen. Sneltests kunnen in elk geval binnen het kader van dit KB worden ingezet bij de laagrisicocontacten, maar ook ruimer om clusterbesmettingen verder op te volgen in de bredere bedrijfspopulatie waarin de cluster zich voordoen.
  • Op basis van een risico-inschatting kunnen repetitieve sneltests worden ingezet buiten het kader van clusterbeheer, en dus zonder aanwijzingen van een actuele uitbraak, en dit uitsluitend om virusverspreiding te beperken en om de gezondheid van de werknemers te beschermen. Hieraan zijn echter specifieke voorwaarden verbonden. 
  • De arts-sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het werk van de FOD WASO kan, in het kader van clusterbeheer of als een aanvullende maatregel in verband met de bestrijding van virusoverdracht, de preventieadviseur-arbeidsarts verzoeken om gedurende een door deze inspecteur vastgestelde periode op geregelde tijdstippen repetitieve tests te voorzien voor op de werkvloer aanwezige personen.

Volgende principes zijn hierbij van belang:

  • Uitsluitend de preventiedienst mag beschikken over sneltestkits en kits voor zelftests of zelfafname die voorkomen op een door het FAGG vastgestelde lijst. Testkits bestemd voor het testen van werknemers kunnen alleen worden aangevraagd door de arbeidsartsen, en moeten ook rechtstreeks aan arbeidsartsen worden afgeleverd. Er is een specifiek aanvraagformulier beschikbaar dat arbeidsartsen kunnen gebruiken. Bedrijven kunnen zelf geen testen aanvragen.
  • Het is steeds de arbeidsarts die zal bepalen welke werknemers in aanmerking komen en welke teststrategie er wordt gevolgd (soort test, frequentie, duur, …);
  • Als de test gebeurt onder supervisie in het bedrijf, kan deze supervisie enkel gebeuren door de arbeidsarts of zijn medewerkers. Enkel zo kan vermeden worden dat er sprake zou kunnen zijn van directe of indirecte druk en dat de privacy van de werknemers te allen tijde gewaarborgd wordt.
  • Wanneer door de arbeidsarts beslist wordt tot een zelfafname of zelftest door de werknemer, de arbeidsarts of een medewerker van zijn preventiedienst moet de nodige opleiding en informatie aan deze werknemer over het correct gebruik ervan verstrekt worden. De werknemer moet ervan op de hoogte zijn dat hij in geval van een positief resultaat onmiddellijk in isolatie moet gaan en dat hij onmiddellijk zijn huisarts moet contacteren. Deze arts beslist op basis van de klinische en epidemiologische context of een bevestiging door een PCR-test moet gebeuren (omwille van de geringere gevoeligheid van zelftests). De werknemer of zijn huisarts dient ook onmiddellijk de arbeidsarts op de hoogte te brengen, zodat deze de contactopsporing kan doen in de onderneming.
  • De arbeidsarts zich er steeds moet van vergewissen dat de gezondheidsgegevens van de werknemers op elk moment vertrouwelijk worden behandeld. Het gaat om een verwerking van gezondheidsgegevens, waarbij de privacy moet zijn verzekerd bij elke stap in de teststrategie. Testresultaten mogen in geen enkel geval aan de werkgever worden meegedeeld.
  • De werknemers moeten hun toestemming geven om zich te laten testen en deze moet vrijwillig worden gegeven. Daarom is het van groot belang om het doel van de tests adequaat toe te lichten.
  • Het inzetten van sneltests maakt geen onderdeel uit van het periodiek gezondheidstoezicht: sneltests kunnen niet beschouwd worden als het resultaat van een periodieke gezondheidsbeoordeling of een aanvullende medische handeling. Het resultaat van een sneltest zegt in se immers niets over de arbeidsgeschiktheid in functie van de risico’s verbonden aan de uitvoering van het werk.

Advies WHO

De WHO heeft een advies opgesteld met een aantal preventieve maatregelen die je kan nemen zoals:

  • het voorzien van propere en hygiënische werkplekken (zoals bureautafels, toetsenborden,…) door deze regelmatig te ontsmetten;
  • het toepassen van een goede handhygiëne door werknemers door het voorzien van handontsmettingsmiddelen op zichtbare plaatsen en werknemers hierover te informeren;
  • het voorzien van een goede respiratoire hygiëne op de werkplek door het gebruik van papieren zakdoekjes in geval van hoesten en niezen;
  • het informeren van werknemers dat ze zich met ziektesymptomen zoals hoest en/of koorts beter niet naar de werkplek begeven;
  • het voorzien van de mogelijkheid van thuiswerk (tips);
  • het herbekijken van zakenreizen (risicogebieden en aanbevelingen van FOD Buitenlandse Zaken);
  • het voorzien van instructies in geval iemand ziek wordt met een vermoeden van het hebben van het coronavirus (bijkomende informatie);

Uitzendkrachten

Uitzendkrachten dienen dezelfde bescherming te genieten als gewone werknemers bij de gebruiker aangezien de gebruiker verantwoordelijk is voor het welzijnsbeleid op de werkvloer waar de uitzendkracht tewerkgesteld wordt.

Controle en sancties

De FOD WASO heeft in dit kader een checklist preventie COVID 19 opgesteld. Toezicht Welzijn op het werk voert ook telefonische inspecties uit op basis van deze checklist.

Daarnaast heeft ook SIOD een checklist opgesteld i.v.m. vragen die inspecteurs kunnen stellen bij een controle van de preventieamaatregelen inzake COVID-19. 

Verschillende inspectiediensten kunnen nagaan of de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID−19 te beperken nageleefd worden door ondernemingen. Bij niet-naleving kan er een sanctie van niveau 2 opgelegd worden.  Meer informatie hierover kan u terugvinden in ons artikel ‘Uitbreiding bevoegdheden inspectiediensten met het oog op naleving coronamaatregelen op de werkvloer’

Gelet op de cluster van positieve coronagevallen bij Westvlees zal Toezicht Welzijn op het Werk inspecties uitvoeren in bepaalde sectoren/ bedrijven om te sensibiliseren rond de preventiemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Het gaat ondermeer om vlees-en visverwerkende bedrijven, slachthuizen, voedselverpakkingsbedrijven en grote bouwplaatsen. 

Uit de praktijk blijkt dat de coronamaategelen niet steeds consequent worden nageleefd. 

Vaak voorkomende zwaarwichtige inbreuken zijn: 

  • weigering door de werkgever tot  regularisatie van de vastgestelde inbreuk; 
  • weigering van de werkgever im de maatregelen inzake quaranataine, isolatie en contactopsporing strikt na te leven;
  • weigering tot invoering van telewerk voor functies waarvoor dit mogelijk is; 
  • onvoldoende of geen maatregelen om de social distancing (1,5m) te garanderen;
  • geen passende maatregelen op arbeidsplaatsen waar de social distancing niet toegepast kan worden;
  • niet-naleving van de mondmaskerplicht indien de afstand niet kan worden gegarandeerd en er geen collectieve en/of organisatorische maatregelen kunnen worden genomen;
  • Geen mondmasker ter beschikking stellen waar het verplicht is om deze te dragen;
  • Onvoldoende hygiënemaatregelen; 
  • Onvoldoende reiniging/desinfectie van de werkplekken, arbeidsmiddelen en sociale voorzieningen vooral met betrekking tot oppervlakken die door meerdere personen worden aangeraakt;
  • Onvoldoende luchtverversing van de werklokalen en/of recirculatie van lucht;
  • ….

 

Bovenstaande bespreking is onder voorbehoud van eventuele wijzigingen van de richtlijnen van de bevoegde diensten en/of wijzigingen van de wetgevende bepalingen terzake.

Deze website maakt gebruik van cookies om je gebruikservaring te optimaliseren. Door op “Accepteren” te klikken, ga je akkoord met het plaatsen van deze cookies.